“Het wordt een duel tussen een geniale man, eigenlijk een beetje ijdel, en een gewone man die zijn talenten tot het uiterste heeft geslepen. Niet waar?”
Musashi (Eiji Yoshikawa)
“Ik zou Musashi niet gewoon willen noemen.”
“Maar hij is gewoon. Dat is wat hem buitengewoon maakt. Hij is niet tevreden met vertrouwen op welke natuurlijke talenten hij dan ook mogelijk bezit. Wetende dat hij gewoon is, probeert hij altijd zichzelf te verbeteren. Niemand waardeert de pijnlijke inspanningen die hij heeft gedaan. Nu zijn jaren van training uitmonden in spectaculaire resultaten, spreekt iedereen over zijn ‘door God gegeven talent’. Dit is hoe mensen die niet hard hun best doen zichzelf geruststellen.”
Bovenstaande citaat komt uit een van mijn favoriete boeken. Een roman van net geen duizend pagina’s over het leven van een samoerai die de Weg van het zwaard zoekt.
De sterke passage is voor mij een uitnodiging tot nadenken over mijn inspanningen. Het is soms gemakkelijk om iemand die iets bereikt heeft geluk of talent toe te dichten. Daarna probeer ik mezelf eerlijk de vraag te stellen, heb ik het niet ergens laten liggen.
Waar heb ik het laten liggen?
Ikzelf kan me ergeren aan mezelf als ik het succes van anderen aan hun geluk of talent toedicht, terwijl ik zelf niet alles heb gegeven. Het voelt niet goed, omdat het meestal een smoesje is voor niet hard genoeg mijn best doen of het stellen van andere prioriteiten. Daarnaast zijn geluk en talent moeilijk te beïnvloeden.
Het is veel fijner het lot in eigen handen te nemen. Op deze manier is het maakbaar. Natuurlijk helpen talent en geluk, maar uiteindelijk bepaalt vooral de optimale inspanning het resultaat. Dit komt mooi naar voren in een vertaling door Loek van Kooten van het stuk Haal alles uit uzelf door Jigorō Kanō.
Er zijn ook middelmatige mensen die falen in hun pogingen en daardoor denken dat ze onvoldoende talent hebben. Ze zetten niet de extra stap om te gaan trainen, verzaken zichzelf en overdenken hun handelingen niet.
En er zijn mensen die alles aan het lot overlaten en zichzelf niet inspannen, alsof ze wachten totdat het goud uit de hemel komt vallen of uit de aarde komt opborrelen.
Jigorō Kanō
Ik merk het bijvoorbeeld met mijn muziekband. Nu heb ik veel plezier met de leuke optredens die we geven, maar we staan niet op Lowlands of in Ahoy! Soms voel ik dan jaloezie naar andere bands of gitaristen die grotere stappen maken. Dan weet ik zeker dat mijn band ook bekend was geworden als ik meer talent of geluk had gehad.
Echter, dat is natuurlijk niet zeker en ik kan niet zeggen dat ik alles heb gegeven. Mijn prioriteit is judo en daarnaast speel ik met veel plezier gitaar. Als het andersom was geweest, had ik wellicht meer succes met de band gehad. Nu moet ik accepteren dat andere bands veel meer hebben gegeven. Jaloezie is dan ook niet op zijn plaats. Waardering voor de inzet van de andere bands is gepast. Dat kan ik ook wel voelen als ik kritisch naar mijzelf kijk.
Je hebt gewoon talent
Bij judo heb ik daarentegen dus veel gegeven. Ik herinner me periodes waarbij ik bijna elke dag op de tatami stond. Als ik zelf niet aan het judoën was, dan gaf ik training of ik assisteerde. Buiten de mat las ik boeken en zocht het Internet af op zoek naar meer achtergrondinformatie over judo.
Deze vele uren kon ik zeker gebruiken. Ik zat in een groep met veel grotere en betere judoka. Ik was klein voor mijn leeftijd en mijn motoriek was niet héél sterk. Vroeger moest ik regelmatig van die speciale tekeningen invullen, waarbij je tussen twee lijntjes moet blijven. Het duurt soms nog steeds erg lang voordat ik een nieuwe beweging leer. Gelukkig is het wel zo als ik een beweging eenmaal beheers, het ook echt in mijn systeem zit.
Hard werken verslaat talent, als talent niet hard werkt.
Nu op mijn 30e kan ik zeggen dat ik 5e dan judo ben. Ik vind het geen bijzondere prestatie, maar sommige anderen wel. Ze vinden dat het er gemakkelijk uitziet als ik judo. Ik vind het soms frustrerend als mensen dan zeggen: “Jij hebt ècht talent!”
Misschien heb ik veel talent, misschien een beetje of misschien helemaal niet. Ik durf het niet te zeggen. Een ding weet ik wel: ik heb veel judoka om mij heen gezien die meer talent hadden, maar minder vaak trainden of zijn gestopt. Ik heb er wel vele uren in gestopt, omdat judo en krijgskunsten mij heel veel hebben gebracht. Ik geloof dan ook veel meer in inspanning, dan talent of geluk.
Ik ben overigens niet ondankbaar voor de waardering voor wat ik in hun ogen heb bereikt. Alleen ik wil niet dat dit vooral aan talent en geluk wordt toegeschreven. Het was vele inspanningen leveren om continue weer te verbeteren. Soms met veel pijn en tegenslag, maar vooral veel plezier.
Waarom deze blog?
Deze blog is absoluut niet bedoeld om het voor mezelf op te nemen. Al hoop ik wel dat sommigen wat kritischer zijn als ze zeggen dat iemand talent of geluk heeft. Niet voor mezelf, maar voor anderen.
Hopelijk inspireert deze tekst mensen kritisch naar zichzelf te kijken. Natuurlijk spelen talent en geluk mee. Als je een basketballer bent, dan is het fijn als je twee meter lang bent. Als judoka kan het helpen dat je een laag zwaartepunt bent. Toch bepalen uiteindelijk vooral jouw inspanningen het resultaat.
Deze blog vind ik niet zo mooi als het artikel Haal alles uit uzelf door Jigorō Kanō. Ik wilde het echter graag in mijn eigen woorden opschrijven. Zeker ook omdat ik als leraar en leerling heb gemerkt dat sommige onderwerpen beter overkomen als je het meerdere malen leest in verschillende bewoordingen.
Voor nog een andere bewoording wil ik dan ook graag afsluiten met een filmpje van Michael Jordan. Wat voor mij altijd een echte inspiratiebron is. Heb je alles gegeven of ben je stiekem toch een talent met smoesjes die niet hard genoeg werkt?
Ondertussen heb ik ontdekt dat ik nog veel kan leren en ben begonnen met Braziliaans jiujitsu als witte band naast mijn judotrainingen. Geen smoesjes!
Je geeft aan dat mensen het er makkelijk uit vinden zien als jij judoot. Daar kan ik me wel iets bij voorstellen. Echter wat gezien wordt, is het resultaat van misschien wel vele uren oefenen en momenten dat de betreffende techniek niet zo makkelijk ging.
Om talent te kunnen ontwikkelen, moet er volgens mij wel een bepaalde affiniteit zijn in hetgeen wat beoefend wordt. Dat zie je vaak aan kinderen die door ouders worden gedwongen om een bepaalde sport te beoefenen zonder dat het kind affiniteit met de sport heeft. (zo waren mijn tennislessen geen succes (geen talent, geen balgevoel en geen affiniteit), gelukkig heeft dat niet lang geduurd).
Daarnaast is het natuurlijk zonde als iemand wel degelijk talent heeft, maar er vervolgens niets mee doet.
Wat trouwens wel leuk is, is dat een bepaalde bekende coach ooit over Mark Huizinga heeft gezegd dat hij geen talent voor judo heeft. Inmiddels weet iedereen wel wat hij in het judo bereikt heeft.
Tot slot, als je op je zestiende zo gitaar kan spelen als in dit filmpje, dan heb je volgens mij echt wel talent: https://www.youtube.com/watch?v=nJi8iSpzq9I
Ik heb wel eens verhalen gehoord dat sommige judoka geen wedstrijdtechnieken bij een trainingsstage durfden te maken als Huizinga op of langs de mat stond. Mark maakte altijd aantekeningen van de judoka in zijn ķlasse. Volgens mij is het ook iemand die keihard heeft gewerkt.
Richard de Bijl heeft trouwens ook wel eens gezegd dat ik niet kon judoën toen ik bruine band was. In mijn geval was dat ook een extra motivatie om nog harder te trainen.
Dat meisje is echt geweldig. Wat een controle over de toon. Daar heeft vast ook vele uren alleen oefenen met een metronoom op een kleine kamer gekost. 😮
Jij hebt overigens ook vele kwaliteiten. 🙂 Goede judoka, goede muzikant en dan ook nog eens supergave kampen organiseren.
Ik kan me niet herinneren dat ik een kamp heb georganiseerd?
Oh… ik haal Peters door elkaar. Lekker bijdehand.:o
Geen probleem. Dan zijn je andere opmerkingen natuurlijk ook niet van toepassing 😉
Haha… die van het judo is natuurlijk wel van toepassing!
Ja,ja en op Soundcloud ben ik toch al 345 keer gedraaid (en nee, dat ben ik niet zelf)