In mijn vorige blog, Randori is een chaos, stelde ik dat randori geen wedstrijd is. Het is naast kata een belangrijk middel voor het leren van judo. De belangrijkste aandachtspunten in randori zijn: het ego onder controle houden en het doseren van kracht. In deze blog wil ik mijn visie op randori verder uitwerken.
Ik wil ervoor pleiten in randori de huidige wedstrijdregels compleet te negeren. In plaats daarvan wil ik echt judo! In deze blog licht ik kort toe wat ik bedoel en waarom. Laat gerust jouw mening achter in de reacties onderaan de pagina.
Complexe regels voor randori zijn overbodig
Omdat randori geen wedstrijd is en niet op televisie wordt uitgezonden, biedt dit enorme mogelijkheden voor eenvoudige regels. Er is geen noodzaak voor gekleurde judopakken, duizend-en-een-verboden-pakkingen en andere complexe bureaucratiewedstrijdreglementen.
De belangrijkste regel is dat beide judoka leren van de randori. Natuurlijk volgens de judoprincipes maximaal resultaat met minimale inspanning (seiryoku zen’yō) en wederzijdse voorspoed voor zichzelf en anderen (jita kyōei).
Hierdoor is automatisch geborgd dat alleen veilige waza (technieken) worden toegepast en de judoka elkaar niet blesseren. Daarnaast kan de judoka niet krachtig defensief judoën, want dan leren beide judoka niet optimaal en wordt de kracht niet goed gedoseerd.
Een pak van mijn hart
Als deze belangrijkste regel duidelijk is, zijn voor randori geen complexe wedstrijdreglementen benodigd. We kunnen slechts enkele eenvoudige regels afspreken voor randori en judo op zijn best beoefenen. Dit is waar de pret begint!
Ik ben er een voorstander van dat we echt judoën. Alle kumi-kata zijn toegestaan als zij niet overmatig defensief worden gebruikt of onveilig zijn voor een of beide judoka.
Dit betekent dat het repertoire effectieve technieken weer toeneemt. Ik noem een kata-guruma, sukui-nage en morote-gari als prachtige voorbeelden. Jigorō Kanō nam niet voor niks de kata-guruma op in het nage-no-kata. Laten we samen afspreken dat deze uitstekende technieken weer zijn toegestaan tijdens randori.
Aan de grond genageld
Laten we ook het ne-waza weer de aandacht geven die het verdiend. Zolang er goede progressie is naar een eindcontrole, dan gaan we door op de grond. Je kunt soms best een halve minuut bezig zijn op zoek naar een goede opening naar een armklem of verwurging.
Ik ben absoluut geen voorstander van overdreven defensieve houdingen op de grond. Judo stamt af van de oude Japanse krijgskunsten. Laten we ons dan ook dusdanig gedragen. Een gevecht stopt niet op de grond.
Judoka zijn niet passief, kijkend als een angstig haasje tot de scheidsrechter mate roept, in buikligging of op elleboog en knieën. Deze posities gebruik je slechts in uiterste nood als transitie naar een dominantere positie.
Beter goed afgekeken, dan alles verbieden
Jigorō Kanō stelde het judo samen op basis van technieken uit verschillende jujutsu-scholen. Vervolgens gaan wij allerlei technieken verbieden en ne-waza vermijden omdat… waarom eigenlijk? Laten we juist de goede technieken kopiëren uit sambo, grappling en Braziliaans jiujitsu en leren door middel van gezamenlijke trainingen. Daarmee verrijken we het judo alleen maar.
Uiteraard selecteren we technieken op een vergelijkbare manier als Kanō. De technieken zorgvuldig toetsend aan de judoprincipes seiryoku zen’yō en jita kyōei. Als ze veilig zijn en niet alleen op kracht gebaseerd, dan kunnen we ze opnemen in onze eigen waza.
Het probleem zit hem namelijk niet in de technieken, maar in de judoka. Als de judoka de judoprincipes niet begrijpen, dan gaan ze ver voorover staan met de armen gestrekt. Dan gaan ze schijnaanvallen maken, technieken gebaseerd op louter kracht toepassen of ze zijn passief in ne-waza.
Laten we dus vooral de ‘oude’ judotechnieken blijven toepassen en het judo verrijken met technieken uit onder andere sambo en Braziliaans jiujitsu. Zolang deze technieken voldoen aan de judoprincipes kunnen we ze opnemen in onze eigen prachtige krijgskunst.
Nuance
Uiteraard kan ik me voorstellen dat sommige scholen veel wedstrijdjudoka trainen. Ik snap dat zij het wedstrijdreglement volgen om verwarring bij hun pupillen te voorkomen. Mitesco noemt dit op zijn blog overigens shiai-geiko, wellicht een betere term dan randori.
In Nederland zijn er echter vooral verenigingen waar voornamelijk judoka oefenen ter ontwikkeling van lichaam en geest. Dit is het grootste aantal binnen het ledenbestand van de Judo Bond Nederland. Zij kunnen prima het complete judo worden aangeleerd.
Veel randori en kruisbestuiving
Ik hoop dat we in Nederland veel randori blijven maken. Randori op basis van de judoprincipes seiryoku zen’yō en jita kyōei. Laten we vooral niet het huidige wedstrijdreglement volgen, maar goed judo propageren. Judo op basis van een beperkt aantal eenvoudige regels voor de veiligheid van de judoka. Voor de rest kunnen de judoka onderling afspraken maken over randori.
Op deze wijze blijft het judo evolueren. Er kan mooie kruisbestuiving plaatsvinden met bijvoorbeeld sambo en Braziliaans jiujitsu. Judo blijft gebruik maken van een breed spectrum van efficiënte en effectieve technieken. Het laat zich niet beperken door complexe wedstrijdregels.
Tenslotte baseerde Jigorō Kanō het judo ook op meerdere oude stijlen jujutsu. Hij kopieerde wat goed was en liet weg wat niet werkte. Vervolgens evolueerde het judo, omdat Kanō en zijn beste studenten allemaal verbetering doorvoerden op basis van hun ervaring. Laten wij deze slimme werkwijze behouden, want stilstand is achteruitgang!
Ben jij het eens met mijn blog? Of vind jij juist dat we tijdens randori het wedstrijdreglement moeten volgen? Laat hieronder in de reacties jouw mening achter.
Als liefhebber, als beginnend judoka (1e Dan drager) maar bovenal vanuit mijn rol als districtsvoorzitter van JBN Limburg ben ik het helemaal eens met deze stelling.
De huidige regelgeving van het judo is (vooral) vanuit een commercieel belang tot stand gekomen geleid vanuit de angst om de Olympische status te verliezen. Hierdoor wordt veroorzaakt dat een groot deel van de effectiviteit (seiryoku zenyo) van het judo niet meer toepasbaar is! Om judo vanuit de judoprincipes te blijven promoten, moeten we blijven ontwikkelen en dus judo in zijn oorspronkelijke vorm blijven toepassen.
Met judogroet,
Michel van Loo
Bedankt voor de reactie! Ik hoop dat je in jouw rol een hoop kunt bereiken. Het is prachtig als we het judo weer naar de voorgrond brengen en de commerciële belangen weer in het juiste perspectief plaatsen.
Judogroet terug,
Sebastiaan