Je oefent duizend waza (technieken). Toch ervaar je tijdens randori of het sparren dat in de praktijk weinig technieken lukken. Is differentieel leren een oplossing?
In Trainingsmethodes voor krijgskunsten citeerde ik: “Wees niet bang voor een man die 1000 technieken oefent, wees bang voor de man die 1 techniek 1000 keer oefent.” Ik ben erachter gekomen dat dit op verschillende manieren wordt geïnterpreteerd.
Misinterpretatie van 1 techniek 1000 keer oefenen
Sommigen dachten dat ik uchi-komi bedoelde. Een techniek duizend keer op de perfecte manier inzetten. Alsof er een perfecte manier bestaat. Worpen lukken na uchi-komi nog steeds zelden in randori, omdat de praktijk weerbarstiger is. In een dynamische situatie zijn vele variabelen.
Wees niet bang voor een man die 1000 technieken oefent, wees bang voor de man die 1 techniek 1000 keer oefent
Echter, ik denk aan een klein aantal technieken op veel verschillende manieren trainen. Bijvoorbeeld het maken van een waza met allemaal vormen van vastpakken, afwijkende posities, in slow-motion uitgevoerd of waarbij tori een bal moet wegschoppen.
Jouw lichaam en geest gaan zich aanpassen aan de dynamische situatie. Door het spelen met de technieken, kun je ontdekken wat werkt. Wat zijn de grenzen van de techniek? Wanneer werken de principes van een techniek niet meer? Jouw hersenen worden continu gestimuleerd met nieuwe prikkels.
Op deze manier ging mijn judo sneller vooruit. Omdat ik technieken zelf ‘onderzocht’ in plaats van leerde via complexe technische aanwijzingen, kon ik de technieken langer onthouden en sneller toepassen in randori. En experimenteren is leuk.
Differentieel leren
Joop Pauel heeft een interessante presentatie over differentieel leren gegeven. Het heeft meerdere overeenkomsten met bovenstaande methode die ik onbewust al jaren voor mijn leerlingen en mezelf toepas.
Nu kan ik mijn methode verder verfijnen op basis van het onderzoek naar differentieel leren. Zodoende focus ik bijvoorbeeld nog meer op impliciet leren. Ik beperk mijn (technische) aanwijzingen en geef vrijheid voor het oplossen van een opdracht.
Geen uchi-komi meer?
Dit betekent overigens niet dat uchi-komi geen plek meer heeft in het judo. Zeker voor een judoka die meerdere uren per week traint kan uchi-komi interessant zijn. Varieer wel met verschillende vormen.
Voor de judoka die 1 tot 2 uur per week traint. Probeer veel te ‘spelen’ met een techniek. Ervaar of je sneller vooruit gaat en technieken beter lukken in randori, doordat je gewend raakt aan de dynamische situaties.
Lees ook: Niet het vele is goed, maar het goede is veel
Uiteraard is er nog veel meer belangrijk voor het toepassen van waza in randori. Alleen differentieel leren is geen wondermiddel. Probeer het uit en onderzoek of het werkt voor jou.
Kijk ook eens naar de blog over Shin Gi Tai , omdat naast de techniek/principes (gi) ook de geest (shin) en het lichaam (tai) belangrijk zijn.