Een bekend model veelvuldig gebruikt voor coaching is het model over bewustzijn en bekwaamheid. Dit model maakt onderscheid tussen vier fasen die worden doorlopen bij het leren van nieuwe vaardigheden. Het bestuderen van kata kan worden beschreven op basis van dit model. Het biedt een verklaring waarom het leren van kata het ene moment geweldig voelt en het andere moment een teleurstelling is. Het model bestaat uit de onderstaande vier fasen.
Fase I – Onbewust / Onbekwaam
Als je begint met judo weet je waarschijnlijk niets over kata, maar vroeg of laat kom je er in aanraking mee. Je kijkt toevallig een filmpje op YouTube, verdiept je in de exameneisen voor een nieuwe graduatie of je ziet iemand anders kata trainen. Er ontstaat een interesse voor het bestuderen van kata. Je wordt bewust van het bestaan van kata en besluit te starten met het onderzoeken van kata. Dit besluit komt hopelijk voort vanuit een innerlijke interesse, maar ook een externe motivatie (zoals het behalen van een nieuwe graad) is mogelijk. De groei naar fase II is begonnen.
Soms vindt bewustwording echter niet plaats en blijf je hangen in de eerste fase. Mogelijke oorzaken zijn het belang van katatraining niet inzien, een leraar zonder kennis van kata of wellicht denk je dat je alles al weet over judo. Gelukkig zijn er dan mensen die ons bewust maken door het voorhouden van een spiegel.
Je kunt ook moedwillig niet naar fase II gegaan, omdat je bang bent voor het verlaten van jouw comfortzone. Je moet de confrontatie aandurven dat je bepaalde zaken over kata nog niet weet en je nog onbekwaam bent in de uitvoering. Uiteraard overwin je deze hindernissen als je voldoende gemotiveerd bent, zodat je niet in oude gewoontes blijft vervallen.
Fase II – Bewust / Onbekwaam
De bewustwording heeft plaatsgevonden dat je een bepaalde vaardigheid nog niet bezit. Je hebt een leraar en partner gevonden voor de studie van kata. Je moet veel oefenen op het aanleren van de nieuwe vaardigheden. Dit kan erg confronterend zijn. De uchi-mata waarmee je in een randori iedereen moeiteloos werpt, blijkt in het nage-no-kata een moeilijke beenworp. In het kime-no-kata moet je ineens stoten kunnen geven en ontwijken. Je maakt wellicht continu dezelfde fouten en denkt nog veel na bij elke stap. Daarnaast voel je je misschien onwennig als je dingen nieuw aanleert of net iets anders moet uitvoeren.
Sommige mensen zoeken excuses om hun eigen aandeel te negeren en anderen de schuld te geven, bijvoorbeeld de leraar (“alle leraren leggen het anders uit”) of jouw partner (“ik kan geen goede partner vinden”). Echter als je zelf verantwoordelijkheid neemt voor jouw eigen ontwikkeling en blijft volharden in studie, maak je uiteindelijk het kata steeds meer eigen.
Fase III – Bewust / Bekwaam
Dit is wellicht de prettigste fase, omdat je bewust bent van je vooruitgang en bekwaamheid. Je gaat steeds minder nadenken over de uitvoering van het kata. De onderliggende principes van het kata worden langzaam duidelijk. Je bent bewust dat je het kata steeds beter uitvoert. Dit is een succeservaring. Langzaam maak je kleine verbeteringen in het kata, zodat het steeds meer een uitdrukking van jezelf wordt.
Fase IV – Onbewust / Bekwaam
In deze fase ben je niet bewust van jouw bekwaamheid. Het kata is een onderdeel van jezelf geworden. Jij bent de belichaming van het kata. Het kata voelt niet langer als een paar aangeleerde stappen, maar het voelt alsof je het kata zelf hebt bedacht. Alle bewegingen voelen logisch en natuurlijk. Je denkt niet meer na over het uitvoeren van de handelingen. Dit wordt ook wel muga-mushin (無我無心) genoemd in het Japans. Het kan vertaald worden als “geen ego, geen gedachten”. Je aandacht is volledig op het huidige moment gericht en wordt niet geremd door afleidende gedachten. Daarnaast is riai (理合) een belangrijk budobegrip. Dit betekent dat je de onderliggende principes van het kata toepast in harmonie met de ander in plaats van het louter uitvoeren van losse technieken.
Uiteraard voer je bovenstaande fases niet eenmalig uit, maar blijf je deze voortdurend rondgaan. Steeds kun je in het kata weer bewust worden van nieuwe details die het bestuderen waard zijn. Je bent dan voor dat detail opnieuw aanbeland van fase I in fase II. Het is een cyclus waarbij je elke keer weer een laag pelt van het kata en dieper tot de kern van het kata en jezelf komt. Zodoende kun je kata een leven lang met plezier bestuderen.